Afschaffen belasting op spaargeld stap in goede richting voor slachtoffers letselschade

Letselschade
Blog
20 september 2019

‘Spaargeld tot 440.000 euro vanaf 2022 belastingvrij’, zo kopte het NRC in de krant van 6 september 2019. Voor alle spaarders in Nederland goed nieuws: de vermogensbelasting op spaargeld verdwijnt. Maar voor slachtoffers van letselschade zitten er nog wel een paar addertjes onder het gras.

Als letselschade-advocaat lees ik zo’n bericht natuurlijk door een letselschadebril. Spaargeld en letselschadevergoedingen hebben diverse overeenkomsten. Zo is het allebei vermogen. Bij spaargeld is het vermogen dat over langere tijd is gespaard. Een letselschadevergoeding komt vaak in één keer op de rekening. Het is de verantwoordelijkheid van de persoon die het spaargeld of de letselschadevergoeding bezit om te bepalen wat hij ermee doet.

Letselschadevergoedingen buiten de boot?

Letselschade vergoedingen kunnen oplopen tot enkele tonnen. Zelfs bedragen van meer dan een miljoen zijn niet ondenkbaar. De afschaffing van vermogensbelasting over de vergoedingen tot 440.000 euro is voor letselschadeslachtoffers een stap in de goede richting. Maar beter is het als de gehele letselschadevergoeding buiten de vermogensbelasting wordt gehouden.

De letselschadebranche heeft al vaak gevraagd om letselschadevergoedingen buiten de vermogensbelasting te houden. Op 26 september 2019 werd bekend dat de overheid definitief heeft besloten hier niet in mee te gaan.

Problemen die blijven met de nieuwe regeling per 2022

Met de nieuwe regeling hoeven veel letselschadeslachtoffers geen vermogensbelasting meer te betalen over hun schadevergoeding tot 440.000 euro. Maar er zitten nog wel een paar addertjes onder het gras.

Ten eerste: Vrijgesteld vermogen is afhankelijk van de rentestand

De regeling is minder zeker dan hij op het eerste gezicht lijkt. Voor de liefhebber: Drie onzekerheden bij het kabinetsplan om belasting op sparen fors te verlagen. De regeling houdt in het kort in dat over de eerste 400 euro rendement geen vermogensbelasting meer hoeft te worden betaald. Dat rendement wordt bij de huidige rentestand behaald met een bedrag van 440.000 euro. Maar wat als de rente op spaargelden gaat stijgen? Dan is uiteraard een lager bedrag aan spaargeld vrijgesteld aan vermogensbelasting.

Om u een indruk te geven: bij een rentestand van 2% is het rendement op 30.000 euro spaargeld 600 euro. Dit is 200 euro boven het vrijgestelde rendement van 400 euro. Over 10.000 euro spaargeld (boven het vrijgestelde bedrag van 30.846 euro) moet dan wel vermogensbelasting betaald worden. Omdat niemand weet hoe de rente zich zal ontwikkelen, zal er bij het regelen van letselschades een inschatting gemaakt moeten worden.

Ten tweede: schadevergoedingen van meer dan 440.000 euro

Wat als er sprake is van een schadevergoeding van meer dan 440.000 euro? Bij ernstige letselzaken zijn deze bedragen niet erg uitzonderlijk. Het is te hopen dat slachtoffers in die situatie worden bijgestaan door een deskundige letselschadeadvocaat. Een deskundige letselschadeadvocaat neemt de te betalen vermogensbelasting mee in de schadeberekening.

Ten derde: sparen en beleggen

Mensen willen graag een zo hoog mogelijk rendement uit hun vermogen halen. Beleggen ligt dan meer voor de hand dan sparen, want sparen zet zoals gezegd momenteel geen zoden aan de dijk. Maar voor beleggen geldt de vrijstelling niet. Sterker nog, de vermogensbelasting wordt op beleggingen (flink) verhoogd. De Staat wil de maatregel immers budgetneutraal uitvoeren.

Ten vierde: vergeet geblokkeerde rekeningen niet

Vergeet ook geblokkeerde rekeningen niet. Wanneer een minderjarig kind een letselschadevergoeding krijgt, wordt deze gestort op een rekening waar het kind pas op zijn 18e bij kan. Tot die tijd moet het bedrag op zo’n rekening worden meegenomen als vermogen van de ouders. Ouders kunnen dan zomaar, zonder dat ze erbij stil stonden, boven de belastingvrije voet uitkomen.

Conclusie

Er is veel om op te letten als het gaat om het vermogen dat ontstaat bij een letselschadevergoeding of smartengeldvergoeding. Laat u vooral goed informeren over wat mag en wat niet mag. En over wat verstandig is.

De roep vanuit de letselschadebranche om de letselschadevergoedingen buiten de vermogensbelasting te houden, blijft noodzakelijk. Het biedt letselschadeslachtoffers meer zekerheid als de vergoeding niet wordt meegeteld én meer vrijheid het geld te besteden zoals zij wensen.

Helaas lijkt de kans op een vrijstelling met de brief van de minister van 26 september 2019 nihil. Dat is jammer, óók als de verzekeraars het bedrag voor de vermogensbelasting aan de slachtoffers vergoeden. Want door de maatregel wordt de totale schadelast voor verzekeraars hoger, en dat berekenen de verzekeraars op hun beurt weer door in de premies die u en ik mogen betalen.

Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 41 72 of vul het contactformulier in.




    Gerelateerde blogs

    Werkgever niet aansprakelijk voor brandwonden stagiaire

    15 maart 2024

    Werkgever niet aansprakelijk voor brandwonden stagiaire

    Brandwonden door een kopje thee Op 15 januari 2024 sprak de rechtbank Noord-Nederland zich in […]


    Lees meer ›
    Elektrische step toch niet verplicht verzekerd?

    28 februari 2024

    Elektrische step toch niet verplicht verzekerd?

    Elektrische voertuigen (Deel IV) Dit is deel IV in de blogserie over elektrische voertuigen: Deel […]


    Lees meer ›
    Smartengeld na stiekeme crematie van vader

    7 februari 2024

    Smartengeld na stiekeme crematie van vader

    Zus moet schadevergoeding betalen na geheime crematie vader Op 22 december 2023 heeft de rechtbank […]


    Lees meer ›